Homeopathie: “het gelijke met het gelijke bestrijden”
Homeopathie is een geneeswijze gericht op het stimuleren van het zelfherstellend vermogen van een individu. Homeopathie is gebaseerd op het principe ‘het gelijke met het gelijke bestrijden’. Dit betekent dat een middel passend is bij de klacht wanneer deze bij de gezonde mens dezelfde reactie veroorzaakt als dat de ziekte doet. Het lichaam krijgt een prikkel van het homeopathische middel, welke gelijk is aan de ziekte prikkel, alleen net iets sterker. De prikkel van het homeopathische middel geeft een tegenreactie van het lichaam, en deze tegenreactie zorgt ervoor dat de klachten die veroorzaakt waren door de ziekte worden opgelost.
Het begin van de homeopathie
De grondlegger van de homeopathie is de Duitse arts Samuel Hahnemann (1755-1843), die een groot deel van zijn leven heeft gewijd aan de ontwikkeling van deze geneeswijze. Toen Hahnemann in 1790 kinabast innam, kwam hij erachter dat de sensaties die hij kreeg erg leken op de verschijnselen van malaria. Zo kwam hij op het spoor van het inzetten van middelen die bij de gezonde mens dezelfde klachten geeft als dat de ziekte veroorzaakt, en op die manier de ziekte kan doen verdwijnen. Zijn levenswerk is vastgelegd in zijn “Organon” en “Chronische ziekten”, waarbij Hahnemann het Organon tot in het laatste deel van zijn leven verder heeft volmaakt. Hahnemann stond zeer kritisch tegenover de medische wetenschap, en met de ontwikkeling van de homeopathie liet hij zien dat deze geneeswijze het tegenovergestelde was: veilig en duurzaam.
Homeopathie versus reguliere medicatie
Homeopathische middelen werken anders dan reguliere medicatie. De stoffen in reguliere medicatie zijn er op gericht om de reactie van het lichaam op de ziekte te onderdrukken, waarna het lichaam op een later moment juist een tegenreactie op de medicatie zal geven. Dit zal op ten duur verergering van de klachten geven, maar ook een verlies van de levenskracht en het ontstaan van nieuwe klachten, oftewel bijwerkingen. Hierdoor zal er meer medicatie nodig zijn om de ziekte te kunnen blijven onderdrukken, en belangrijker nog, de achterliggende oorzaak is hiermee niet opgelost. Met homeopathie kunnen we wel op die achterliggende oorzaak behandelen, en in plaats van het onderdrukken van de klachten wordt juist het lichaam aangezet tot zelfherstel.
Homeopathie volgens de ziekteclassificatie
De ziekte situatie van een patiënt kan vrij complex zijn, en er kunnen veel verschillende klachten en invloeden meespelen. Er kan een sterke erfelijke invloed zijn, een ongunstige leefstijl, of er kunnen veel heftige gebeurtenissen hebben gespeeld als pesten of verlies van dierbaren. Al deze verschillende factoren hebben een rol gespeeld in de ontwikkeling van ziekte, en moeten daarom worden meegenomen in het oplossen ervan. Een mooie manier om dit te doen is het toepassen van klassieke homeopathie volgens de ziekteclassificatie, zoals de grondlegger van de homeopathie Samuel Hahnemann dit benoemt. Hiermee classificeren we de verschillende aspecten van de ziekte van de patiënt, zodat we inzicht krijgen in het ontstaan. Dit geven we grafisch weer in een bloem, waarbij het hart van de bloem de constitutie is en de bloembladen de verschillende invloeden.
Zo hebben we het biografische bloemblad waarin we alle ingrijpende gebeurtenissen plaatsen, zoals ongelukken, overlijdens, of verlies van werk. De aandoeningen die voorkomen in de familie plaatsen we in het erfelijke bloemblad, en alle schadelijke stoffen die de patiënt binnen heeft gekregen als medicatie of vaccinaties komen terecht in het iatrogene bloemblad. Verder hebben we ook het epidemische bloemblad waarin we ziekten als griep of de ziekte van Pfeiffer kunnen plaatsen, en natuurlijk het acuut miasmatische bloemblad met daarin de acute klachten. Op die manier krijgen we een helder overzicht van wat er speelt bij de patiënt, en kunnen we vervolgens bepalen op welk vlak behandeling nodig is.
Acute en chronische ziekten
Een belangrijk aspect in de behandeling volgens de ziekteclassificatie is het onderscheid tussen acute ziekten en chronische ziekten. Een acute ziekte ontstaat plotseling en kan heftig verlopen, maar de patiënt is meestal in staat om het te overwinnen en weer gezond te worden. Hier kunnen we denken aan een beenbreuk of de griep. Een chronische ziekte daarentegen ontstaat door achterliggende chronische miasma’s, welke via familielijnen worden doorgegeven. Hierbij is de patiënt niet in staat om weer gezond te worden, waardoor hij of zij steeds verder achteruit zal gaan. Veel klachten vallen onder de chronische ziekten, en bij de homeopathische behandeling ervan is het belangrijk om niet alleen op de acute klachten te behandelen, maar ook op de achterliggende verstoringen die via de familie is meegegeven.
Meerdere middelen
Met name in de behandeling van chronische ziekten is de toepassing van homeopathie volgens de ziekteclassificatie zeer passend. Hierbij zetten we meerdere middelen tegelijk in, gericht op de verschillende uitingen van de ziekte zoals we deze geclassificeerd hebben in de bloem. Allereerst een acuut middel op de acute klachten, met daarnaast een tussenmiddel op de vitaliteit en iatrogene belasting, en een nosode op de erfelijke belasting. Het grote voordeel hiervan is dat we veel breder de patiënt kunnen behandelen, en dat de behandeling ook completer is en daarom succesvoller. Het tussenmiddel werkt vitaliserend, ondersteunt de werking van de andere middelen, en kan aanvullend werken in de behandeling van bijvoorbeeld spijsverteringsproblemen of ontstekingen. Daarbij kan het tussenmiddel de schadelijke gevolgen van reguliere medicatie oplossen, waardoor een eventuele blokkade kan worden opgelost en de patiënt beter kan reageren. Naast het tussenmiddel zetten we een nosode in, gericht op het dicht draaien van de kraan van de erfelijke belasting, waardoor we de gevoeligheid voor het ontwikkelen van bepaalde klachten kunnen neutraliseren. De nosode kan er tevens voor zorgen dat een eventuele heftige reactie op het acute middel wordt opgevangen, als het ware wordt gereguleerd. Deze aanvulling van tussenmiddel en nosode maakt dat ons acute middel ook veel beter zijn werk kan doen, waardoor patiënten sneller en meer verbetering ervaren.